Prikbord

  • Nu in de boekhandel:
    Huis Vrede Breuk

  • Niet iedereen verheugt zich op het Boekenbal…

    De ochtend staat nog in de kinderschoenen. Bob probeert zijn ademhaling op orde te krijgen en niet aan het Boekenbal te denken. Inademen via de buik, dan rustig uitademen. En vooral niet aan het Boekenbal denken. Wat zou hij doen met zeven miljoen, als hij de jackpot van de Staatsloterij zou winnen? Natuurlijk zou hij zijn naasten goed bedelen, maar daarna zou hij vluchten. Met 3,5 miljoen is het goed toeven op Fiji. Zou hij eigenlijk zijn roman afschrijven met 3,5 miljoen in the pocket? De lakmoesvraag! Wat vertelt hij op het Boekenbal als mensen naar zijn vorderingen vragen? Hoelang is hij nu al bezig? Niet aan het Boekenbal denken! Hij telt de vrouwen die hij ooit heeft bemind. Tot zijn verbazing haalt hij de twintig niet. Dan maar de vrouwen die hij had kunnen beminnen. Dat lijkt meer op schaapjes tellen.

    Fuck het Boekenbal. Dat is toch geen plek voor hem? Het is een bal voor gearriveerde dinosauriërs en uitgerangeerde cabaretiers. Voor jonge kerels die van achilleshiel tot adamsappel blauw zien van de tattoos. Exotische vertellers met een bloemrijk idioom. Soapies op zoek naar verdieping. Vlamingen met flamboyant haar. Ex-gedetineerden. Lhbtiqia’s. Jonge vrouwen met een misbruik- en/of een gereformeerd verleden. Die het woord ‘pik’ net zo makkelijk in de mond nemen als Bob het woord ‘kip’.

    Geld noch vrouwen brengen rust. De stresshormonen hopen zich op in zijn bloed. Het asbest, de kinderen, de financiën, zijn darwinistische roman, het Boekenbal... O god. Waarom toch zo nodig schrijver worden? Vanaf zijn tiende wist hij het zeker: ik word archeoloog. Geen twijfel mogelijk. Met een kwastje eindeloos traag een skelet blootleggen. Een vuurplaats desnoods. Lekker in de buitenlucht. Kleine resultaten boeken, als onderdeel van een groter onderzoek. In de luwte oud worden. Op Het Instituut zat hij op hetzelfde spoor. Waarom niet gewoon documentalist gebleven? Een kunst maken van het versterven? Waarom kan hij zich niet neerleggen bij een leven in de schaduw? Voor straf zit hij dag in, dag uit te zweten achter een laptop... All work and no play makes Jack a dull boy...

    En vanavond op het Boekenbal de schrijver spelen. Had Pleun dat niet gezegd? Maar acteren, dat was juist niet zijn ding. Ander punt: wie zit er nog te wachten op een roman van een witte man van middelbare leeftijd? Waar haalt hij de gotspe vandaan? Wat heeft hij überhaupt te zeggen? Zijn roman blijft halverwege steken. Sterker nog, hij wordt steeds dunner. Work in progress... hoelang komt hij daar nog mee weg? Ik ben een mislukkeling. Bij wijze van stelling neemt Bob het zinnetje in gedachten. Een experiment, meer niet. Maar al snel is het een stroopslinger waaraan al zijn fiasco’s als vliegen blijven kleven. Gesjeesd als vader, zoon, echtgenoot, wetenschapper, schrijver...